Het Sociaal Cultureel Rapport 2004 van het SCP heeft veel stof tot discussie opgeleverd. Alleen het NRC al besteedde er twee dagen twee pagina’s aan. Vooral het zorgelijke beeld van ons komt aan bod. Daarbij springen er enkele tegenstellingen uit. Zo vinden we dat het goed gaat met onzelf maar zijn we niet tevreden met de samenleving. Dit komt doordat we in een tijd leven van trendbreuken. Ik schreef daar al eerder over. Nederlanders zelf worden meer feminin en neigen naar de Scandinavische manier van leven (meer feminine), de regering gaat steeds op de amerikaanse toer en wordt steeds ‘stoerder’ (lees: masculine) en de vakbonden en andere instituties leven nog volgens het duitse model van (over) georganiseren. We zouden ook kunnen zeggen: de nederlander vraagt zich steeds meer af ‘waarom?’ en zoekt zingeving, de regering roept ‘niet l..llen maar poetsen en niet flauw zijn’ en de vakbonden zeggen: ‘wij spreken namens…’ terwijl de nederland steeds individualistischer wordt.

Meer info: O. Rompelman, J. de Vries: Practical training and internships in engineering education: educational goals and assessment, European Journal of Engineering Education, Vol. 27, NO. 4, 173-180, 2002.

De nederlander hecht steeds meer waarde aan zijn vrije tijd, dit terwijl daar nogal schamper over wordt gedaan. Maar het gaat om voor de nederlander belangrijke zaken daarin zoals meer aandacht voor vrienden en kinderen. Maar we zijn juist bang dat door de toenemende werkdruk alleen maar omhoog gaat en de sociale zekerheid en zorg steeds minder worden.
De nederlander geeft aan een kwaliteitssamenleving te willen in plaats van een prestatiemaatschappij, met gevoel voor gemeenschapszin.
In de NRC worden twee wetenschappers aangehaald: de econoom Geert Hofstede en socioloog Inglehart. Volgens Inglehart is de nederlandse samenleving snel postmaterialistisch geworden. We vinden onze welvaart zo vanzelfsprekend dat we andere zaken belangrijker gaan vinden. Hier gaat de vergelijking met Suzanne Piët op in haar boek de Emotiemarkt, waarin zij het heeft over het Penthouse van de Maslowpiramide. Dit is dus de ‘geld-maakt-niet-gelukkig’ discussie. Geert Hofstede heeft een enorm omvangrijk wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de culturele dimensies. Hij wordt vaak aangehaald om bepaalde duiding te geven aan ontwikkelingen. Hij heeft o.a. gekeken naar Individualisme t.o.v. Collectivisme, naar masculiniteit en femininiteit en onzekerheidsvermijding. Daarin kunnen we kort samengevat zien dat nederlanders steeds individualistischer worden en open voor veranderingen. We kennen weinig machtsafstand en de samenleving is een zachte (feminine) samenleving. Daarmee lijken we dus veel meer op de (economisch succesvolle) Scandinavische landen als op Duitsland of Amerika. Maar de overheid richt zich al jaren naar Amerika: prestatiegericht en masculine, waarbij veel overheidsvoorzieningen overgelaten (gaan) worden aan de markt. De afstand tussen politiek en burger wordt hier natuurlijk geen goed mee gedaan. Als we dan policitie mogen geloven dan snapt de bevolking het niet en moeten ze het nog beter uitleggen. Volgens mij is er een fundamenteel andere kwestie aan de hand moge uit bovenstaand betoog gebleken zijn…