Dat is wat Herman Wijffels afgelopen vrijdag in een interview in de NRC betoogt. En: besturen van bovenaf is vaak niet goed genoeg meer. Een mooi verhaal waarin hij treffend de veranderingen aan geeft die er momenteel plaatsvinden en nog plaats zouden moeten vinden. Al eerder schreef ik over de Trendbreuken die momenteel plaatsvinden.
Lees tussen de regels door onderstaande samenvatting en je begrijpt wellicht waarom weblogs e.d voorbeelden zijn van die veranderingen waar Wijffels het over heeft.

Een samenvatting:

Alles moet op zijn kop wil volgens Wijffels niet zeggen dat de systemen die we hadden niet goed waren. Ze waren goed voor toen, maar niet voor de toekomst. We
zitten in de laatste fase van het politiek, sociaal en economisch systeem dat in vele opzichten is versleten.

Dat niet iedereen het met deze stelling eens is omschrijft Wijffels als logisch. Wie aan de knoppen zit, zit daar om het systeem aan de praat te houden. Zij zien de veranderingen dus niet. De burgers zien dat wel en organiseren zich anders. Nieuwe verbindingen langs nieuwe lijnen.
Daarom spreekt Wijffels over een systeemcrisis. Duurzaamheid, is de toekomst. Op alle fronten. En duurzaamheid heeft niet alleen te maken met milieu, maar gaat ook over verhoudingen tussen mensen onderling en mensen en het systeem.
Hij beschrijft mooi waar we mee bezig waren in de vorige fase, namelijk met het vrijmaken van mensen van knellende banden. De emancipatie. Ik heb het hier al vaker over gehad als ik het over de filosofie van Arnold Cornelis had. Daarbij gaf ik dan aan dat we langzaam komen uit een systeem van sociale regelgeving en gaan naar communicatieve zelfsturing (pdf). Ik geloof dat Wijffels het daar ook over heeft. Hij komt nog met passende voorbeelden.

Door deze ontwikkeling zijn we zelfstandiger geworden, aldus Wijffels. De volgende stap is het nemen van verantwoordelijkheid, zowel van bedrijven als mensen (ja daar is de communicatieve zelfsturing weer!) voor het eigen leven en dat van anderen. Zo komen we dan in een kwalitatief hoger niveau terecht.

Een mooi voorbeeld van het nieuwe denken/systeem dat Wijffels in dit verband noemt is dat van het rode stoplicht. Die worden nu steeds meer vervangen door de rotonde. Moesten we eerst stoppen voor een rood licht (zelfs wanneer er niemand anders was), nu mag ik op basis van mijn eigen oordeelsvermogen de rotonde oprijden. Waren we dus eerst onderworpen aan het regelsystemen, nu bepaal ik hoe ik met dat systeem om kan gaan. En let op: nu heeft links voorrang! Het gaat er volgens Wijffels dus om om besluitvormingsregels te ontwikkelen waardoor mensen zelf besluiten kunnen nemen.

We zien de nieuwe structuren ook in de kenniseconomie. Mensen moeten leren in zichzelf te investeren. Daar moeten we als samenleving dus voorzieningen voor ontwikkelen. Maar volgens Wijffels dan wel in een samenspel tussen de samenleving als geheel en het individu. Nu wordt dat samenspel nogal kneuterig uitgelegd en lijken dergelijke maatregelen of op een verkapte bezuiniging of dat het individu het allemaal zelf maar moet uit zoeken.

Voor wat betreft de emancipatie van het bedrijf is het duidelijk dat het gaat om maatschappelijk verantwoordwoord ondernemen. En dat betekent dat je een zo groot mogelijke bijdrage levert aan het functioneren van de samenleving, aldus Wijffels. Er wordt door investeerders steeds meer gekeken naar wat er met hun geld gebeurt. Wat is de publieke opinie. Er komen steeds meer niet-gouvermentele organisaties, waarbij de poltieke actie niet via de politieke partijen verloopt, maar rechtstreeks via de burger in interactie met de bedrijven, zegt Wijffels. Ik vind dit een mooi voorbeeld van user in control, het omkeringseffect, consumer to business of hoe je deze ontwikkeling dan ook wilt noemen. Gelukkig steeds meer bedrijven zien dat als ze een goede reputatie willen opbouwen en willen behouden, ze responsief moeten zijn naar die nieuwe maatschappelijke waarden.

Wat is de maatschappelijke legitimiteit van het stelsel van ondernemingsgewijze productie? vraagt Wijffels zich vervolgens af. Zeker niet dat er sommigen heel rijk van worden. De ultieme legitimatie is dat ondernemingen door een intelligente koppeling van publiek en privaat belang dingen doen die wij als samenleving willen. Daarbij is winst dus geen maatstaf om te bepalen of je goed bezig bent voor de samenleving. Het doel en het middel zijn in de afgelopen tijd verwisseld.

Maar hoe zit het dan met Anglosaksische (pdf) en Rijnlandse model? Ik schrijf daar ook wel eens wat over. Wijffels zegt dat beide modellen uitgaan van winst. We moeten toe naar het bezien van deze modellen niet vanuit de tegenstelling, maar die tegenstelling overstijgen.
Ja ik vind de opstelling van Wijffels een verfrissende. Overstijging
van beide modellen. Een nieuw model dus eigenlijk? In ieder geval beter
dan de keuze die Weggeman propageerde. Het systeem evolueert verder. Rokende schoorstenen van fabrieken waren vijftig jaar geleden geweldig en nu onaanvaardbaar. We spreken bedrijven aan op hun verantwoordelijkheid. Dat kun je niet allemaal met wetten regelen. Het monopolie van het bevorderen van het algemeen belang van politiek en overheid is voorbij.
Verantwoordelijkheden liggen trouwens ook elders, bij bedrijven en maatschappelijke organisaties. Bedrijven moeten een ‘license to operate’ hebben en die krijgen ze niet van de overheid maar van de maatschappij.

Het project van de 20ste eeuw was welvaart scheppen en die op een nette manier verdelen. Het project van de 21ste eeuw is duurzamen ontwikkeling gebruiken als basis voor de economie. Vroeger keken we naar het smalle spoor van maximaliseren van de verhouding tussen input en output. Nu gaan we langzaam verder kijken, we gaan links kijken en rechts. We gaan naar een bredere definitie van wat efficiënt is, doelmatig. In het oude denken zijn de sociale en de ecologische dimensie slechts randvoorwaarden in de economie. Ze zijn echter basisvoorwaarden voor succes, volgens Wijffels. Daar liggen ook de mogelijkheden voor ons land. Aan duurzame ontwikkeling zit vaak veel kleinschalige werkgelegenheid vast, en daarmee kan die een bron van welvaart en ontwikkeling worden.

Tot zover de samenvatting. Enkele conclusies naar aanleiding van dit interview:

– de mens komt centraal, user komt in control
– consumer to business wordt belangrijker. Ze komen in een interactie tot nieuwe definities van wat efficient en doelmatig is en waarvoor de winst wordt aangewend.
– nieuwe (communicatie) middelen zullen communicatieve zelfsturing mogelijk gaan maken
– weblogs en alle andere citizen communicatie tools zijn voorbeelden van (kleinschalige) duurzame ontwikkelingen (met grote invloed) die aan bovenstaande zaken invulling kunnen geven
– connecting & sharing, het bouwen van communicities, het creeëren van digitale identiteiten past in het nemen van verantwoordelijheid van de burgers en het laten horen van hun stem, het nemen van verantwoordelijkheid
– het oorverdovend lawaai van massaal gefluister dat dergelijke middelen veroorzaken is een uiting van wat Wijffels de wereld op zijn kop noemt. Een stem wil gehoord worden.

Besturen van bovenaf is vaak niet goed genoeg meer!