Ik kreeg een maitje van Frans Nauta

“hooggeacht netwerk in en om de media,

Heb me wat opgewonden over het nieuws over de Kennis Investerings Agenda gisteren. Een aantal boterzachte claims worden wel erg makkelijk overgeschreven en doorgepraat in de media. Het leek me goed om een tegengeluid te laten horen. Vandaar een column vandaag op ScienceGuide. De opening:

‘Beste minister-president Rutte, beste minister Verhagen, beste minister van Bijsterveldt, allerbeste minister De Jager,

Wij, de kennislobby van Nederland, vragen uw aandacht voor de volgende prangende boodschap: “Wij van WC-eend adviseren WC-eend.’
Dat is de kortste samenvatting van de ‘KIA foto 2011’.

Lees meer op:
http://www.scienceguide.nl/201101/de-wc-eend-van-frans-nauta.aspx” of hieronder.

De WC-eend van Frans Nauta

– “Wij, de kennislobby van Nederland, vragen uw aandacht voor de volgende prangende boodschap: ‘Wij van WC-eend adviseren WC-eend.’ ” Dat is volgens Frans Nauta de eigenlijke boodschap van de KIA-coalitie. In een sardonische analyse geeft hij aan wat werkt en wat niet. “Niemand schiet er iets mee op als minister De Jager de geldkraan opeens openzet.”

‘Beste minister-president Rutte, beste minister Verhagen, beste minister van Bijsterveldt, allerbeste minister De Jager,

Wij, de kennislobby van Nederland, vragen uw aandacht voor de volgende prangende boodschap: “Wij van WC-eend adviseren WC-eend.” ‘

Dat is de kortste samenvatting van de ‘KIA foto 2011′. De eerste KIA verscheen in 2006 van de hand van het Innovatieplatform. Dat platform is vorig jaar ter ziele gegaan, maar de KIA-coalitie heeft het stokje overgepakt. De boodschap van het Innovatieplatform destijds: Nederland steekt op jaarbasis zo’n 6 miljard te weinig in kennis en innovatie. De boodschap vijf jaar later: Nederland steekt op jaarbasis 6 miljard te weinig in kennis en innovatie. Wij van WC-eend adviseren WC-eend.

Rijke set indicatoren, maar….

De KIA-coalitie heeft een website en daar is goed aan af te zien wat zij eigenlijk is. Er staan precies twee berichten op de site. De eerste dateert van 30 juni 2010: “Bijna dertig organisaties uit de kenniswereld en het bedrijfsleven (…) hebben een nieuwe Kennis en Innovatie Agenda gelanceerd”. Het tweede bericht is van 18 januari 2011 en luidt: ‘Kennis en Innovatie Foto 2011’.

Kortom, de KIA coalitie is wat je noemt een uit politiek opportunisme geboren club met als centrale missie om meer overheidsgeld los te peuteren voor zichzelf. De coalitie doet niets, behalve eens per half jaar roepen dat de overheid meer geld naar de kennissector moet brengen. Wij van WC-eend adviseren WC-eend.

Tot zover het gemopper. Staat er ook nog iets zinnigs in het rapport? Jazeker. De data die verzameld zijn in het stuk zijn prima. Er is een rijke set van indicatoren, die verder gaat dan de gemiddelde rankings over onderzoek- en innovatiebudgetten. Het probleem is alleen dat de uitkomsten van die statistieken al minstens tien jaar amper verbeteren of zelfs verslechteren. Ondanks alle goede bedoelingen, ondanks beleid en ondanks bakken met geld.

Neem de inzet voor meer en beter volwassenenonderwijs, voor LLL. Daar scoort Nederland al minstens twintig jaar slecht op. Aan beleid geen gebrek, maar geen enkel aansprekend resultaat. Hoe komt dat? Hoe kan het beter? De KIA coalitie zwijgt, maar wil er wel graag meer geld voor.

De dalende R&D van bedrijven in Nederland is eigenlijk ook niets nieuws onder de zon. Is het erg? Wie naar de economische prestaties van Nederland kijkt, is geneigd te zeggen van niet. Zijn we misschien een innovatieve diensteneconomie die op dit punt alleen nog indicatoren gebruikt uit de jaren zestig van de vorige eeuw? Of is het echt een probleem dat grote bedrijven hun R&D langzaam maar zeker verplaatsen naar landen met lagere lonen en/of meer talent? Geen idee, in de KIA is het niet te lezen. Maar de KIA coalitie wil wel graag meer overheidsgeld voor R&D.

Vier successen

En is er ook goed nieuws. Allereerst ondernemerschap. Sinds 2003 is er aanzienlijk meer aandacht in het onderwijs voor ondernemerschap. Dat werkt steengoed. Het aantal studenten dat serieus nadenkt over een eigen bedrijf is omhoog geschoten, van zo’n 15% tien jaar geleden tot zo’n 60% nu. Succesvol beleid van de overheid, goed gedaan door een aantal onderwijs- en kennisinstellingen.

Het tweede succes is leerlingen en studenten die kiezen voor techniek. In tien jaar tijd is dat aandeel van minder dan 10% gestegen naar 37%. Dat is ook internationaal gezien een ongekende stijging, een groot succes. Dankzij een behapbare financiële impuls van de rijksoverheid en het Platform Bèta-Techniek als inspirerende aanjager. Goed gedaan!

Het derde succes is de bestrijding van de schooluitval. De uitval daalt en dat is geen toeval. Een breed pakket van acties, wat subsidiegeld als smeerolie, breed commitment bij betrokken partijen. Die kennislobby kan best iets.

Het vierde succes staat niet in de KIA, maar hoort een plek te krijgen in de volgende editie. Dat is de invoering in Nederland van de Small Business Investment Corporation-regeling. De SBIC is vijftig jaar geleden in de USA ingevoerd om meer geld beschikbaar te krijgen voor risicovolle starters. Kort gezegd verdubbelt de overheid de inzet van investeerders. Technopartner voert de regeling uit (SEED-faciliteit) in Nederland en het aantal fondsen staat inmiddels op bijna dertig. Dat lijkt peanuts, maar risicokapitaal is een cruciaal onderdeel van een innovatieve economie.

Een stoer aanbod

Het idee achter de Kennis Investerings Agenda is helder te maken “wat de komende tien jaar nodig is om Nederland weer in de wereldtop 5 van kennissamenlevingen te krijgen.” Dat is een nobel doel en het is goed dat er een consortium bestaat waar de kenniswereld met het bedrijfsleven nadenkt over zo’n strategische agenda. Maar dan zou het goed zijn als de geldvraag van tafel gaat.

De kennislobby brengt namelijk een imago van die WC-eend die nooit genoeg heeft. De Nederlandse kennissector heeft de afgelopen jaren miljarden euro’s ontvangen uit het FES. Er is niemand die ook maar bij benadering uit kan leggen welke waarde dat voor de samenleving heeft opgeleverd. Val dus niet steeds in die valkuil van ‘Wij van WC-eend adviseren WC-eend’. Geld is beslist niet het grootste probleem van de Nederlandse kenniseconomie. Niemand schiet er iets mee op als minister De Jager de geldkraan opeens openzet.

Het is ook miscalculatie van de politieke verhoudingen in Nederland. Er is niemand ontvankelijk voor de boodschap dat geld het probleem is. Er zit echt niemand te wachten op een offensief met een cliché boodschap .

Wat zou er wel kunnen? De discussie binnen de KIA kan over de vraag wat de coalitie zélf kan doen, zonder claims bij de overheid neer te leggen. Ga bijvoorbeeld eens goed na wat er de afgelopen dertig jaar niet gewerkt heeft (het gros van het beleid), wat er goed gewerkt heeft (een paar fraaie pareltjes) en welke lessen daar uit te leren zijn. Doe dat niet met een obligate commissie, maar doe het in één dag in de vorm van een vertrouwelijk gesprek. In dat gesprek houden de bestuurders hun mond, en luisteren ze naar de mensen die de afgelopen jaren in de uitvoering actief zijn geweest. Ik kom bijvoorbeeld graag iets vertellen over lessen uit het Innovatieplatform en vier jaar lectorschap aan een hogeschool.

Eén van de centrale lessen die ik nu al kan voorspellen is dat de sector zich minder met Den Haag bezig moet houden en meer met de eigen uitvoering. Een tweede les die ik verwacht is dat beleid wel degelijk kan werken als het met focus wordt ingezet, met weinig bureaucratie en als er ruimte wordt gemaakt voor vernieuwers in het veld. Zie de vier successen die ik noem.

De derde les: weg met die WC-eend. Het is eerder tijd om een stoer aanbod te doen. Een aanbod in de trant: ‘Geacht kabinet, hoe kan de Nederlandse kennislobby een bijdrage leveren aan hoe Nederland over twintig jaar zijn geld verdient? Wij zelf denken aan de volgende drie zaken…’ Plus nog een kleine toevoeging: ‘Oh, en trouwens, sorry voor ons aandeel in de puinhoop van de FES. We vonden het wel lekker, dat er zoveel geld onze kant op kwam, ook al zagen we vanaf de start dat het niet werkte. Maar dat gaan we vanaf nu beter doen.’