Dat was het gevoel dat ik gisteren kreeg op het symposium van de Stichting Servant Leadership. Vele belangstellenden zetten daar samen de inspirerende toon van dienend leiderschap. De presentaties van de heer Wijffels (voorzitter SER en Adviesraad van de Stichting), de coordinatoren van de diverse marktsectoren, Imke Heeren en Wouter Hart waren hartverwarmend en zinvol. Het is mij duidelijk dat er veranderingen bezig zijn die onomkeerbaar zijn. Ook hier merkte ik weer dat aandacht voor andere waarden belangrijker worden. De duurzaamheid van de samenleving is niet gebaat met de manier waarop we nu zaken aanpakken. Die aanpak is gebaseerd op meer met minder en materiële zaken. We komen er langzaam aan achter dat er meer is. Om met Arnold Cornelis (De Logica van het gevoel: filosofie van de stabiliteitslagen in de cultuur als nesteling der emoties) te spreken: we groeien van het sociale regelsysteem naar een niveau van communicatieve zelfsturing. We zijn bezig onszelf heel te maken, we gaan onszelf herkennen. Dat kost moeite, pijn en verdriet. We merken dat dagelijks om ons heen. Deze uitingen zijn een bewijs dat we er nog niet zijn. De emoties zijn nog niet genesteld in de cultuur. Maar de signalen dat we groeien zijn er. Ook dienend leiderschap is een voorbeeld van onze persoonlijke groei. En die groei komt bij mensen van binnen uit. Je leert niet alleen van zaken die je aangereikt krijgt, maar vooral vanuit jezelf. Je bouwt een brug terwijl je er over loopt. Een dienende leider bouwt een brug voor zichzelf en anderen en loopt er samen met de ander over heen.
Een aantal uitspraken op het symposium zijn bij mij blijven hangen. Daarom schrijf ik ze hier op. Ze zijn kennelijk belangrijk (voor mij).
– de manier waarop we zaken georganiseerd hebben hoort bij de geindustrialiseerde samenleving en is ontstaan tijdens de Verlichting. Dit systeem is uitgemolken. We zijn aan iets anders toe.
– Organisaties zijn nog vaak opgebouwd volgens een piramide (met een ‘hark’-structuur). Dit gaat langzaam overboord. We komen terecht in ecosystemen en netwerkstructuren. Daarbij zal dus ook het managementmodel gaan veranderen. Niet meer vanuit een gestructureerd systeem met aandacht voor beheersing en controle, maar vanuit een samenspel van creativiteit, ruimte en communicatie.
– de ware leider is hij die van nature wil dienen en pas later de keuze maakt om te leiden. Het is nu vaak dat men kiest om te leiden en het maar de vraag is of men gaat dienen. Het dienen komt dan pas na een grondig zelfonderzoek. Maar een leider is er in eerste instantie voor de ander en niet andersom. En dat is dus dienend. Wanneer het omgedraaid wordt (en dat is vaak het geval) ontstaat er een identificatieprobleem bij de ander.